GESCHIEDENIS VAN WONDELGEM EN DE WIJK

Onze wijk: Molenhoek - Galge
De wijk de Galge heeft zijn naam niet gestolen. Op de hoek van de
Liefkensstraat en de Evergemsesteenweg stond vroeger een galg.
In de zeventiende of achttiende eeuw werd ze verzet naar de
overkant van de weg om plaats te maken voor een houten windmolen,
de Galgemolen.

Wondelgem in de Middeleeuwen
In een oorkonde van 5 mei 967 werd de naam “Gundinglehem” voor het eerst vermeld.
Dit verwijst naar de woonplaats van een Salisch-Frankische familie: de Gundilo.
Deze familie zou zich in de vierde eeuw in Wondelgem hebben opgehouden.
Omstreeks 1170 duikt de naam Gundelgem op.
De verdere evolutie ziet er als volgt uit: Gondelgem (1210), Wondelghem (1246) en vervolgens Wondelgem (1330).
De nederzetting “Wondelgem” lag oorspronkelijk in de huidige Bloemekenswijk,
aan het noordelijke uiteinde van de Maïsstraat.
Deze nederzetting bestond uit de oude Sint-Catharinakapel en een burcht.
Omdat de kapel in de 17de eeuw ten prooi viel aan de vernielzucht van de Spanjaarden en de Geuzen,
werd de bouw van de huidige Sint-Catharinakerk op de Vroonstalledries aangevat.
Daarmee verschoof ook het centrum van Wondelgem.
De legers van Oranje maakten Wondelgem op hun beurt onveilig.
Vele bewoners verlieten het dorp en vluchtten naar Gent.
Wondelgem veranderde in een spookdorp.


Lieve
De Lieve was een kanaal dat vanaf 1251 van Gent,
beginnend bij het Gravensteen, naar het Zwin bij Damme gegraven werd.
Geschiedenis
De Lieve werd gegraven tussen 1251 en 1269 en vormde
de eerste kunstmatige waterverbinding tussen Gent en de Noordzee.
Over 45 km liep ze van Damme, waar ze in het Zwin uitmondde, naar Gent,
waar ze in de Leie stroomde ter hoogte van het Gravensteen.
Aangezien sluizen pas veel later werden uitgevonden,
werden er aan de uiteinden van de Lieve twee rabotten geplaatst:
eigenlijk gewoon een afsluitdijkje waar de schepen dan met een kraan overgetild werden.
Omdat de Lieve een waterloop kruiste, namelijk de Kale, nam ze automatisch het waterpeil van deze waterloop aan.
Enkele eeuwen lang was het economisch belang van de Lieve voor Gent zeer groot,
onder andere voor de drukke handel met Engeland. Naarmate het Zwin meer en meer verzandde,
nam ook het nut van de Lieve langzaam af.
In 1547 werd door Keizer Karel toestemming gegeven voor het graven van de Sassevaart,
zodat Gent een veel directere verbinding had met de Noordzee.
Ook de economische macht van steden als Brugge, Sluis en Damme ging achteruit,
wat nog meer bijdroeg aan de teloorgang van de Lieve.
Het kanaal dat altijd eigendom geweest was van de stad Gent, werd dan ook verkocht in 1828 aan de aangelanden.
In 1847 liet men het (toen gegraven) Schipdonkkanaal het tracé van de Lieve volgen
tussen Stoktevijver in Zomergem en Moerkerke in Damme.
In Gent is de Lieve voor een stuk opgevuld en verdwenen tussen het Rabot en de Nieuwe Vaart.
Tussen de Nieuwe Vaart en de Ringvaart loopt de Lieve als een miezerige
en sterk vervuilde beek doorheen Wondelgem en is haar loop zeer moeilijk te volgen.

Vroonstalledries
Al in de twaalfde en dertiende eeuw gebruikten herders de dries
als verzamelplaats voor hun schapen.
De oorspronkelijke Sint-Catharinakapel in de Maïsstraat verdween
volledig na een zwaar onweer en de verwoestingen van de
Calvinisten in de zestiende eeuw. In 1683 startte de bouw van de
huidige Sint-Catharinakerk met het omringende kerkhof op de voor
Wondelgem centraler gelegen Vroonstalledries. Hierdoor kreeg de
3,5 hectare grote dries meer belang als ontmoetingsplaats.

 

Bronnen: Heemkundige en Historische Kring Wondelgem en website Stad Gent